Traduction de «études sur cultures cellulaires ont démontré » (Français → Néerlandais) :

Des études sur cultures cellulaires ont démontré que la FARMORUBICINE pénètre rapidement dans la cellule, et qu’elle est retrouvée dans le noyau où elle inhibe les acides nucléiques et la mitose.
Studies met celculturen hebben aangetoond dat FARMORUBICINE snel in de cel doordringt en teruggevonden wordt in de kern waar het de nucleïnezuren en de mitose inhibeert.

Des études sur cultures cellulaires (Sf-21 cellules d’insectes) ont démontré que tant les monoépoxydes de l’acide linoléique que ses diols dérivés peuvent être toxiques au niveau de la chaîne de transport des électrons dans les mitochondries (Moran et al., 2001).
Onderzoek met celculturen (Sf-21 insectencellen) heeft aangetoond dat zowel mono-epoxiden van linolzuur als de daarvan afgeleide diolen toxisch kunnen zijn ter hoogte van de elektronentransportketen in de mitochondria (Moran et al., 2001).

Les études de cultures cellulaires ont mis en évidence une pénétration cellulaire rapide, une localisation dans le noyau et l'inhibition de la synthèse d’acides nucléique et de la mitose.
Studies met celculturen hebben een snelle celpenetratie aangetoond, lokalisatie in de kern en remming van de synthese van nucleïnezuur en mitose.

Des études sur cultures cellulaires ont montré une pénétration cellulaire rapide, une localisation intranucléaire et une inhibition de la synthèse des acides nucléiques et de la mitose.
Onderzoek van celculturen heeft aangetoond dat het middel snel in de cel penetreert, zich lokaliseert in de nucleus, en de nucleïnezuursynthese en de mitose remt.

La détection de toxines de C. difficile La méthode de référence pour la détection de toxines est la recherche dans les selles de cytotoxine sur culture cellulaire, elle démontre la présence de toxine B par la production d’effets cytopathogènes (ECP); différentes lignées cellulaires sont utilisables: Vero (plus sensibles), MRC-5, CHO, Hep2, HeLa.
Opsporen van toxines van C. difficile De standaardmethode voor het opsporen van toxines is het opsporen van cytotoxine in de stoelgang op een celkweek. Deze methode toont de aanwezigheid aan van toxine B door de productie van cytopathogene effecten (CPE).

La détection de toxines de C. difficile La méthode de référence pour la détection de toxines est la recherche dans les selles de cytotoxine sur culture cellulaire, elle démontre la présence de toxine B par la production d’effets cytopathogènes (ECP); différentes lignées cellulaires sont utilisables: Vero (plus sensibles), MRC- 5, CHO, Hep2, HeLa.
Opsporen van toxines van C. difficile De standaardmethode voor het opsporen van toxines is het opsporen van cytotoxine in de stoelgang op een celkweek. Deze methode toont de aanwezigheid aan van toxine B door de productie van cytopathogene effecten (CPE).

Des études en culture cellulaire ont montré une pénétration rapide dans les cellules, et une localisation dans le noyau ainsi qu’une inhibition de la synthèse des acides nucléiques et de la mitose.
Onderzoek van celculturen heeft aangetoond dat het middel snel in de cel penetreert, zich lokaliseert in de nucleus, en de nucleïnezuursynthese en de mitose remt.

Dans les études de cultures cellulaires visant à bloquer la mitose de 10 à 15% des cellules, Eldisine s'est révélée trois fois plus puissante que la vincristine et presque dix fois plus que la vinblastine.
Tijdens studies met weefselculturen, zo opgezet dat de mitose van 10 à 15% van de cellen tegengehouden wordt, is Eldisine driemaal werkzamer gebleken dan vincristine en bijna tienmaal werkzamer dan vinblastine.

Certaines études in vitro ont démontré que la zidovudine exerce également une action additive ou synergique lorsqu’elle est associée à un certain nombre d’agents anti-VIH tels que la lamivudine, la didanosine, l’interféron-alpha, inhibant la réplication du VIH en cultures cellulaires.
In sommige in vitro studies werd aangetoond dat zidovudine additief of synergistisch kan werken met een aantal anti-HIV middelen, zoals lamivudine, didanosine en interferon-alfa, door het remmen van de HIV replicatie in celculturen.

Des études expérimentales réalisées sur des cultures cellulaires ont montré que l’épirubicine pénètre rapidement dans la cellule et se retrouve dans le noyau, où elle inhibe la synthèse de l’acide nucléique et la mitose. L’activité de l’épirubicine a été établie sur de nombreuses tumeurs expérimentales, notamment les leucémies L1210 et P388, le sarcome SA 180 (forme solide et ascitique), le mélanome B16, le carcinome du sein, le carcinome pulmonaire de Lewis et le carcinome du côlon 38 ; de plus, un effet a aussi été démontré sur des tumeurs humaines transplantées chez des souris athymiques nude (mélanome et carcinome du sein, du poumon, de la prostate et de l’ovaire).
De activiteit van epirubicine werd bepaald op vele experimentele tumoren, waaronder leukemieën L1210 en P388, sarcoom SA 180 (solide en ascetische vorm), B16 melanoom, borstcarcinoom, longcarcinoom van Lewis en coloncarcinoom 38; bovendien werd er ook een effect aangetoond op menselijke tumoren die getransplanteerd werden in naakte muizen zonder thymus (melanoom en borst-, long-, prostaat- en ovariumcarcinoom).