L'objection formelle se fonde sur le fait que les dispositifs d'ancrage fixes, dotés d'un équipement de protection individuelle (EPI) contre les chutes de hauteur — tel qu'un dispositif de préhension du corps, une sangle avec amortisseur de choc et d'autres éléments de raccord —, font partie intégrante d'une structure ou d'une paroi rocheuse.
Het formele bezwaar is gebaseerd op het feit dat vaste verankeringsvoorzieningen waaraan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) tegen vallen van een hoogte — zoals een lichaamsharnas, een halslint met schokdemper en andere verbindingselementen — worden bevestigd, integrerend deel uitmaken van een constructie of rotswand.