L'angle de la plaque cale-pied doit être ajustable, aussi bien de manière plantaire qu'en dorsiflexion sur minimum 10°, afin de pouvoir compenser ou corriger un état déviant de l'articulation du genou.
De hoek van de voetplaat moet instelbaar zijn, zowel plantair als in dorsieflexie over minimaal 10°; dit om een afwijkende stand van het enkelgewricht te kunnen opvangen of te kunnen corrigeren.