Art. 18. Si la Commission de lutte contre le dopage décide, en application des articles 14, 15 ou 16, que le sportif a commis un fait de dopage justifiant une suspension, l'exploitant de la salle de fitness labellisée suspend le contrat qui le lie au sportif, pour cause d'inexécution fautive, pendant toute la durée fixée par la Commission de lutte contre le dopage.
Art. 18. Indien de Commissie voor dopingbestrijding, met toepassing van de artikelen 14, 15 of 16, beslist dat de sporter een dopingfeit heeft bedreven dat een schorsing rechtvaardigt, schort de exploitant van de fitnesszaal, wegens niet-uitvoering, het contract op waardoor hij met de sporter verbonden is, tijdens de duur die door de Commissie voor dopingbestrijding wordt vastgesteld.