3. regrette que l'intégrité du corps des femmes et des filles, en particulier leur santé et leurs droits sexuels et génésiques, suscite encore des débats idéologiques à ce jour et demande que le cadre de développement pour l'après 2015 reconnaisse les droits inaliénables des femmes et des filles à l'intégrité physique et à la prise de décision autonome, notamment le droit d'accéder à une planification familiale volontaire, le droit à l'avortement légal et sans risque, et le droit d'être à l'abri des violences telles que les mutilations génitales féminines, la maternité et le mariage précoces et forcés et le viol conjugal;
3. betreurt dat de lichamen van vrouwen en meisjes, met name ten aanzien van hun seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, nog altijd een ideologisch slagveld vormen en zou graag zien dat in het mondiaal ontwikkelingssamenwerkingskader voor de periode na 2015 de onvervreemdbare rechten van vrouwen en meisjes op lichamelijke integriteit en autonome besluitvorming worden erkend; onder andere, het recht op toegang tot vrijwillige gezinsplanning, veilige en legale abortus en het recht om vrij te zijn van geweld, waaronder vrouwelijke genitale verminking, kindhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, alsook verkrachting binnen het huwelijk;