Mme De Roeck est d'avis qu'il faut faire une distinction entre le don entièrement anonyme — le donneur fait le don anonymement et les auteurs du projet parental le reçoivent anonymement, ce que la proposition de loi à l'examen considère comme la norme —, le don dirigé — une femme recherche par exemple un parente ou une amie qui lui fera don d'un ovule à l'aide duquel un enfant sera conçu, ce que la proposition à l'examen n'interdit pas — et, enfin, le don non anonyme, qui est exclu par la proposition de loi.
Mevrouw De Roeck meent dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de volledig anonieme donatie — de donor geeft anoniem en de wensouders ontvangen anoniem, dit wordt door voorliggend wetsvoorstel als de norm beschouwd — de bekende donatie — een vrouw gaat bijvoorbeeld op zoek naar een familielid of een vriendin die haar een eicel schenkt waarmee een kind wordt verwekt, zulks wordt door voorliggend wetsvoorstel niet verboden — en ten slotte de niet-anonieme donatie die door dit wetsvoorstel wordt uitgesloten.