Si le curateur constate qu'un de ses associés ou collaborateurs directs a fourni, hormis en qualité de curateur, des prestations pour le compte du failli ou des administrateurs et gérants de la société faillie, ou pour le compte d'un créancier, antérieurement au douzième mois qui précède le jugement déclaratif de faillite, il en avise immédiatement son autorité de tutelle qui informera le président du tribunal de commerce.
In geval de curator vaststelt dat één van zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers, behalve in de hoedanigheid van curator, prestaties heeft verricht voor de gefailleerde of de bestuurders en zaakvoerders van de gefailleerde vennootschap, of voor een schuldeiser, tot twaalf maanden voor het vonnis van faillietverklaring geeft hij daarvan dadelijk kennis aan zijn tuchtoverheid die daarvan de voorzitter van de rechtbank van koophandel zal informeren.