Cette affirmation est d'autant plus inacceptable qu'elle vise à établir un cadre pour le comportement des députés à l'avenir, tandis que l'article 2 du statut des députés stipule que "les députés sont libres et indépendants", et que son article 3, paragraphe 1, (ainsi que l'article 6, paragraphe 1, de l'acte du 20 septembre 1976 portant élection des membres du Parlement européen au suffrage universel direct) indique que les députés "ne peuvent être liés par des instructions ni recevoir de mandat impératif".
Deze overweging is des te meer onaanvaardbaar nu zij pretendeert een maatstaf te zetten voor het toekomstig gedrag van een lid van het Parlement, in weerwil van artikel 2 van het Statuut van de leden van het Europees Parlement dat luidt: " "De leden zijn vrij en onafhankelijk", en artikel 3, lid 1, van dat statuut, dat (evenals artikel 6, lid 1, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen) bepaalt: ‘De leden zijn niet aan opdrachten en instructies gebonden’.