Art. 66. Dans la même section 3/1, il est inséré un article 66/4, rédigé comme suit : « Art. 66/4. § 1 . L'organe de contrôle échange avec les organes de contrôle des autres Etats membres de l'Union européenne des informations sur son travail et ses principes et pratiques décisionnels, notamment, sur les principaux aspects de ses procédures et sur les problèmes d'interprétation de la législation ferroviaire transposée de l'Union. Il coopère avec les organes de contrôle des autres Etats membres de l'Union européenne afin de coordonner les processus décisionnels.
Art. 66. In dezelfde afdeling 3/1 wordt een artikel 66/4 ingevoegd, luidende : « Art. 66/4. § 1. Het toezichthoudende orgaan wisselt met toezichthoudende
organen van andere lidstaten van de Europese Unie informatie uit over zijn werk en zijn besluitvormingsbeginselen en -praktijk en wisselt, in het bijzonder, informatie uit over de hoofdpunten van zijn procedures en over de problemen met de interpretatie van omgezet spoorwegrecht van de Unie. Het werkt samen met toezichthoudende
organen van andere lidstaten van de Europese Unie met a
...[+++]ls doel de besluitvorming te coördineren. Daartoe neemt hij deel aan en werkt hij samen in een net dat de toezichthoudende organen van lidstaten verenigt. § 2. Het toezichthoudende orgaan werkt nauw samen met de toezichthoudende organen van andere lidstaten, onder meer door middel van werkafspraken, om elkaar wederzijdse bijstand te verlenen bij de taken inzake markttoezicht, klachtenbehandeling en onderzoeken. § 3. Bij een klacht of een onderzoek uit eigen beweging inzake toegang of heffing betreffende een internationaal treinpad, alsmede in het kader van het toezicht op de concurrentie op de markt voor internationale spoorvervoersdiensten, raadpleegt het toezichthoudende orgaan de toezichthoudende organen van alle andere lidstaten waardoor het internationale treinpad loopt en, in voorkomend geval, de Europese Commissie, en verzoekt hij hen om de nodige informatie alvorens een beslissing te nemen. § 4.