Lorsque le législateur décrétal adopte des mesures telles que celles que prévoient les articles 23 et 25, en cause, il doit pouvoir faire usage de catégories qui, nécessairement, n'appréhendent la diversité des situations qu'avec un certain degré d'approximation.
Wanneer de decreetgever maatregelen vaststelt, zoals die waarin de in het geding zijnde artikelen 23 en 25 voorzien, moet hij gebruik kunnen maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen.