Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrêts n 132 2000 » (Français → Néerlandais) :

La Cour a, certes, déjà considéré que, en tant que partie à la cause introduite par un recours dirigé contre sa décision de refus de célébrer le mariage, l'officier de l'état civil défend l'intérêt général et la sauvegarde de l'ordre public, et qu'il n'était donc pas justifié qu'il puisse être condamné au paiement d'une indemnité de procédure (arrêt n° 132/2013 du 26 septembre 2013, B.6; arrêt n° 180/2013 du 19 décembre 2013, B.6 et arrêt n° 54/2014 du 27 mars 2014, B.6).

Het Hof heeft weliswaar reeds geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, als partij bij het geding ingesteld bij een beroep gericht tegen de beslissing waarbij hij weigert het huwelijk te voltrekken, het algemeen belang en de vrijwaring van de openbare orde verdedigt, en dat het dus niet verantwoord is dat hij in de rechtsplegingsvergoeding kan worden verwezen (arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013, B.6; arrest nr. 180/2013 van 19 december 2013, B.6 en arrest nr. 54/2014 van 27 maart 2014, B.6).


Elle a dès lors jugé que, compris comme autorisant la condamnation au paiement d'une indemnité de procédure de l'officier de l'état civil succombant à l'issue de l'examen d'un recours exercé en vertu de l'article 167, alinéa 6, du Code civil, l'article 1022 du Code judiciaire violait les articles 10 et 11 de la Constitution (arrêt n° 132/2013; arrêt n° 180/2013; arrêt n° 54/2014).

Het heeft derhalve geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin begrepen dat het de verwijzing van de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld na afloop van het onderzoek van een beroep ingesteld krachtens artikel 167, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in de rechtsplegingsvergoeding toestaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt (arrest nr. 132/2013; arrest nr. 180/2013; arrest nr. 54/201 ...[+++]


Par son arrêt n° 96/2000 du 20 septembre 2000, la Cour a en effet constaté que l'article 80, § 1, de la loi du 9 juillet 1975 établissait une discrimination entre, d'une part, les personnes victimes d'un accident de roulage impliquant plusieurs véhicules et pour lequel il n'est pas possible de déterminer lequel des conducteurs est responsable des dommages et, d'autre part, entre autres les personnes victimes d'un accident de roulage causé par un véhicule à moteur non identifié.

Bij zijn arrest nr. 96/2000 van 20 september 2000 heeft het Hof immers vastgesteld dat artikel 80, § 1, van de wet van 9 juli 1975 een discriminatie inhield tussen, enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval waarbij verschillende voertuigen zijn betrokken en waarbij niet kan worden bepaald wie van de bestuurders voor de schade aansprakelijk is, en, anderzijds, onder meer de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd motorvoertuig.


Par son arrêt n° 27/2000, du 21 mars 2000, la Cour a jugé qu'une telle présomption ne portait pas atteinte à la présomption d'innocence garantie notamment par l'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme.

Bij zijn arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 heeft het Hof geoordeeld dat een dergelijk vermoeden geen inbreuk maakt op het vermoeden van onschuld dat onder meer is gewaarborgd door artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.


Par son arrêt n° 132/2013 du 26 septembre 2013, la Cour a jugé que l'article 1022 du Code judiciaire, avant l'entrée en vigueur de la loi du 21 février 2010, violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une indemnité de procédure pouvait être mise à charge de l'officier de l'état civil lorsqu'il succombait dans un recours fondé sur l'article 167 du Code civil, intenté contre son refus de célébrer un mariage.

Bij zijn arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kon worden gelegd wanneer hij in het ongelijk werd gesteld in een op grond van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek ingesteld beroep te ...[+++]


Le projet de loi à l'examen a vu le jour surtout à la suite de l'arrêt nº 132/98 du 9 décembre 1998 de la Cour d'arbitrage, et il répond au souhait d'adapter la législation en tenant compte de cet arrêt.

Dit wetsontwerp vloeit voornamelijk voort uit het arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 van het Arbitragehof en de wens om de wetgeving aan te passen aan dit arrest.


Cet amendement vise à remplacer l'article 11 de la loi du 25 mars 1999 en conciliant le respect de l'arrêt d'annulation partielle de cet article rendu par le Cour d'arbitrage le 30 mai 2000 (arrêt nº 62/2000) et l'esprit qui a prévalu à la rédaction initiale de la loi du 25 mars 1999.

Dit amendement strekt ertoe artikel 11 van de wet van 25 maart 1999 te vervangen teneinde het arrest van gedeeltelijke vernietiging van dit artikel, dat door het Arbitragehof op 30 mei 2000 is gewezen (arrest nr. 62/2000), te verzoenen met de intenties die aan de grondslag lagen van de oorspronkelijke redactie van de wet van 25 maart 1999.


Cette modification répond à un arrêt de la Cour d'arbitrage (arrêt nº 48/2000; Moniteur belge du 5 juillet 2000, 2 éd., pp. 23843 et 23844) qui a jugé que l'article 307bis violait les articles 10 et 11 de la Constitution.

Die wijziging komt tegemoet aan een arrest van het Arbitragehof (arrest nr. 48/2000, Belgisch Staatsblad van 5 juli 2000, tweede uitgave, blz. 23843 en 23844), waarin het hof oordeelde dat artikel 307bis de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.


– l’arrêt n° 27/2000, rendu le 21 mars 2000, en cause les questions préjudicielles concernant l'article 67bis de la loi relative à la police de la circulation routière (arrêté royal du 16 mars 1968 " portant coordination des lois relatives à la police de la circulation routière" ), tel qu'il a été inséré par l'article 10 de la loi du 4 août 1996, posées par le Tribunal de police d'Arlon, par le Tribunal correctionnel d'Arlon et par le Tribunal de police de Gand (numéros du rôle 1469, 1576 et 1705, affaires jointes);

– het arrest nr. 27/2000, uitgesproken op 21 maart 2000, inzake de prejudiciële vragen over artikel 67bis van de wegverkeerswet (koninklijk besluit van 16 maart 1968 " tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer" ), zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 4 augustus 1996, gesteld door de Politierechtbank te Aarlen, de Correctionele Rechtbank te Aarlen en de Politierechtbank te Gent (rolnummers 1469, 1576 en 1705, samengevoegde zaken);


– l’arrêt n° 5/2000, rendu le 19 janvier 2000, en cause la question préjudicielle relative à l’article 42ter du Code des impôts sur les revenus 1964, inséré par l'article 6 de l'arrêté royal n° 48 du 22 juin 1982, posée par la Cour d'appel de Gand (numéro du rôle 1596);

– het arrest nr. 5/2000, uitgesproken op 19 januari 2000, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 42ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, ingevoegd door artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 48 van 22 juni 1982, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (rolnummer 1596);




D'autres ont cherché : arrêt     arrêt n° 132 2013     l'article     son arrêt     arrêt n° 96 2000     arrêt n° 27 2000     février     suite de l'arrêt     respect de l'arrêt     mai     arrêt nº 48 2000     l’arrêt     l’arrêt n° 27 2000     juin     l’arrêt n° 5 2000     arrêts n 132 2000     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

arrêts n 132 2000 ->

Date index: 2025-01-22
w