Toutefois, si les contrats de prêt des 5 mai et 10 juin ont été conclus auprès d'un premier prêteur et celui du 30 octobre auprès d'un autre, alors la bonification d'intérêt sera payée aux deux prêteurs, mais le service compétent récupérera la bonification d'intérêt pour le contrat de prêt du 10 juin auprès de l'emprunteur (voir l'article 6, § 2, alinéa 3 en projet).
Als evenwel de leningovereenkomsten van 5 mei en 10 juni gesloten worden bij een eerste kredietgever en deze van 30 oktober bij een tweede kredietgever, dan zal de intrestbonificatie aan beide kredietgevers worden betaald, maar zal de bevoegde dienst de intrestbonificatie voor de leningovereenkomst van 10 juni verhalen op de kredietnemer (zie het ontworpen artikel 6, § 2, derde lid).