E. considérant que la fixation unilatérale de chiffres budgétaires et la tentative actuelle, sans précédent, de restreindre les compétences budgétaires du Parlement en élevant ces chiffres au rang de droit primaire sont clairement incompatibles avec les principes de l'UE, ainsi qu'avec l'accord interinstitutionnel du 6 mai 1999,
E. overwegende dat de unilaterale vaststelling van begrotingskredieten en de onderhavige, nog niet eerder ondernomen poging om de begrotingsbevoegdheden van het Parlement te beknotten door deze bedragen tot primair recht te verheffen, duidelijk onverenigbaar zijn met de EU-beginselen en met het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999,