Elle critique par ailleurs le fait que l'Iran, pour des raisons de sécurité nationale, nie les droits individuels dans les procès pénaux, de même que les droits des minorités, en particulier ceux des Baha'is, et qu'il inflige souvent en public les exécutions capitales et les mutilations corporelles prononcées au titre de peines.
Desalniettemin bekritiseert het besluit dat, met aanvoering van de rede van binnenlandse veiligheid, verdachten in strafprocessen persoonlijke rechten worden ontzegd, dat minderheden, in het bijzonder de bahái, rechten worden ontzegd en dat ingeval van de doodstraf en lichamelijke verminking vonnissen in het openbaar worden voltrokken.