7. Aucune disposition du présent règlement ne peut être interprétée comme étant contraire à la législation en vigueur relative aux prescriptions techniques pour les autobus ou les autocars ou les infrastructures ou encore l’équipement des arrêts d’autobus et des stations, ou comme instaurant de nouvelles prescriptions en sus de celles prévues par cette législation.
7. De bepalingen van deze verordening kunnen niet worden uitgelegd als onverenigbaar met, of als aanvulling van, bestaande wetgeving houdende technische voorschriften voor autobussen of touringcars, dan wel voor de infrastructuur of de uitrusting van haltes en terminals.