Bien que la loi ne définisse pas cet « intérêt » et que le législateur ait laissé au Conseil d'Etat le soin de préciser le contenu de cette notion (Doc. parl., Chambre, 1936-1937, n° 211, p. 34, et n° 299, p. 18) ainsi que d'apprécier si les requérants qui saisissent le Conseil d'Etat justifient d'un intérêt à leur recours, il est demandé aux requérants qu'ils coopèrent au procès mené devant le Conseil d'Etat et qu'ils justifient de leur intérêt de façon permanente.
Ofschoon dat « belang » door de wet niet wordt omschreven en de wetgever aan de Raad van State de zorg heeft gelaten om dat begrip inhoud te geven (Parl. St., Kamer, 1936-1937, nr. 211, p. 34, en nr. 299, p. 18) alsmede om te oordelen of de verzoekers die een zaak voor de Raad van State brengen, doen blijken van een belang bij hun beroep, blijkt dat van de verzoekers wordt verlangd dat zij hun medewerking verlenen aan de procesvoering bij de Raad van State en op blijvende wijze van hun belang laten blijken.