En excluant de la notion de ménage les parents ou alliés au premier, deuxième ou troisième degré, l'article 7, § 3, de la loi en cause crée une différence de traitement qui peut se justifier raisonnablement au regard de l'objectif du législateur d'encourager la prise en charge familiale de la personne handicapée.
Door de bloed- of aanverwanten in de eerste, tweede of derde graad uit te sluiten van het begrip « huishouden », creëert artikel 7, § 3, van de in het geding zijnde wet een verschil in behandeling dat redelijk kan worden verantwoord ten opzichte van het doel van de wetgever dat erin bestaat de familiale zorg voor personen met een handicap aan te moedigen.