" Sans préjudice de l'application des §§ 1 et 2, a droit, à sa demande, à l'expiration de la troisième phase de la première période d'indemnisation pour une période de douze mois à l'allocation journalière prévue pour cette troisième phase calculée toutefois en fonction de la limite A visée à l'article 111, le travailleur qui a effectué des activités artistiques s'il apporte la preuve dans une période de référence de dix-huit mois précédent l'expiration de cette troisième phase, d'au moins 156 journées de travail au sens de l'article 37 de l'arrêté royal suite à des activités artistiques.
" Onverminderd de toepassing van de §§ 1 en 2, heeft de werknemer die artistieke activiteiten heeft uitgeoefend, op zijn vraag, bij het verstrijken van de derde fase van de eerste vergoedingsperiode voor een periode van twaalf maanden recht op de daguitkering voorzien voor deze derde fase, evenwel berekend in functie van het grensbedrag A bepaald in artikel 111, indien hij tijdens een referteperiode van achttien maanden voorafgaand aan het verstrijken van deze derde fase minstens 156 arbeidsdagen aantoont, in de zin van artikel 37 van het koninklijk besluit, ingevolge artistieke activiteiten.