Je remarque que dans le projet de loi portant dispositions diverses en matière de justice (Doc Ch 51-2020), qui vient d'être déposé à la Chambre, figurent deux dispositions qui devraient, à mon sens, régler le problème : l'article 37 du projet supprime en effet dans l'article 4 du Titre préliminaire du Code de procédure pénale les mots « dans cette hypothèse », afin que l'aménagement des délais puisse également s'appliquer au règlement des intérêts civils dans la procédure où la constitution de partie civile a eu lieu d'une autre manière que par le dépôt d'une requête, comme par exemple en comparaissant à l'audience.
In het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (Do c. Kamer 51-2020), dat recentelijk in de Kamer werd ingediend, zie ik in het hoofdstuk Justitie twee bepalingen die het probleem zouden kunnen oplossen : artikel 37 van het ontwerp schrapt in artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering de woorden « in dat geval », zodat de aanpassing van de termijnen tevens van toepassing is op de regeling van de burgerlijke belangen in het kader van de procedures waarin de burgerlijke partijstelling op een andere wijze is gebeurd dan door indiening van een verzoekschrift, bijvoorbeeld door ter zitting te verschijnen.