Même si le législateur décide de corriger une inégalité, il ne pourrait décider de supprimer rétroactivement celle-ci que dans le respect des droits acquis et de la protection de la confiance légitime des personnes intéressées, sans qu'il puisse lui être reproché de légitimement tenir compte d'implications budgétaires ou administratives que pourraient avoir des mesures de portée rétroactive.
Zelfs indien de wetgever beslist een ongelijkheid te corrigeren, zou hij slechts met eerbiediging van verworven rechten en bescherming van het gewettigd vertrouwen van de betrokken personen kunnen beslissen die ongelijkheid met terugwerkende kracht op te heffen, zonder dat hem kan worden verweten op wettige wijze rekening te houden met budgettaire of administratieve implicaties die maatregelen met retroactieve draagwijdte zouden kunnen hebben.