2. « En ne contraignant pas le Roi à fixer le montant des indemnités des avocats prestataires de l'aide juridique de deuxième ligne en lien avec le nombre de leurs prestations et en permettant ainsi au Roi de fixer un budget sous la forme d'une ' enveloppe fermée ' pour rémunérer ces prestataires,
l'article 508/19 du Code judiciaire, tel qu'inséré par l'article 4 de la loi du 23 novembre 1998 ' relative à l'aide juridique ' viole-t-il l'article 23, alinéa 3, 2° de la Cons
titution, en ce que cette disposition exige que le législateur f
...[+++]ixe lui-même les éléments essentiels garantissant le droit à l'aide juridique et n'autorise pas à laisser au Roi la possibilité d'opérer, en fixant la valeur du point d'aide juridique, un recul significatif dans la protection de cette liberté fondamentale ?2. « Schendt artikel 508/19 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 23 november 19
98 ' betreffende de juridische bijstand ', door de Koning niet ertoe te verplichten het bedrag van de vergoedingen van de advocaten die juridische tweedelijnsbijstand verstrekken vast te stellen in samenhang met het aantal van hun prestaties en door het de Koning aldus mogelijk te maken een begroting in de vorm van een ' gesloten enveloppe ' vast te stellen om die verstrekkers te vergoeden, artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in zoverre die bepaling vereist dat de wetgever de essentiële elementen die het recht op j
...[+++]uridische bijstand waarborgen, zelf moet vaststellen en niet toestaat dat aan de Koning de mogelijkheid wordt gelaten om een aanzienlijke achteruitgang in de bescherming van die fundamentele vrijheid door te voeren door de waarde van het punt ' Gerechtelijke bijstand ' te bepalen ?