35. souligne que les politiques relatives au marché du travail en général, et les compétences correspondant aux politiques en matière d'EFP en particulier, doivent viser à créer et à promouvoir des emplois sûrs et de grande qualité, conformément au programme de l'OIT en faveur du travail décent; fait observer que ces politiques doivent contribuer à la lutte contre les phénomènes d'emploi précaire, de contrats "zéro heure" et de stages non rémunérés;
35. benadrukt dat arbeidsmarktbeleid in het algemeen, en de afstemming van vaardigheden in het BOO-beleid in het bijzonder, gericht moet zijn op het scheppen en bevorderen van hoogwaardige en vaste werkgelegenheid, in overeenstemming met de agenda voor waardig werk van de IAO; merkt op dat dit beleid ertoe moet bijdragen dat fenomenen als onzekere dienstverbanden, nulurencontracten en onbetaalde stageplaatsen worden bestreden;