33. sachant que, sur les 700 000 apiculteurs européens, 97 % ne sont pas professionnels et possèdent 67 % des ruches, demande l'établissement, en coopération avec le laboratoire de référence de l'Union, situé à Sophia Antipolis, et les instituts nationaux, d'un guide de bonnes pratiques sanitaires et apicoles, en prenant en considération les particularités de l'apiculture, la diversité des acteurs concernés ainsi que les principes de proportionnalité e
t de subsidiarité; souligne la nécessité de limiter la destruction des habitats des abeilles en aménageant davantage d'espaces naturels en ville comme à la
campagne; souligne ...[+++]également la nécessité de prendre en considération les principaux aspects sociaux et économiques, et insiste pour que le secteur reste compétitif sur le marché mondial; 33. dringt, gezien het feit dat van de 700 000 bijentelers die in Europa actief zijn 97% amateur is en dat deze groep 67% van alle bijenkasten bezit, aan op de ontwikkeling van een gids met goede praktijken op het gebied van bijenhouderij en bijengezondheid, in samenwerking met het EU-referentielaboratorium in Sophia Antipolis en met de nationale instituten, waarbij wordt gelet op de specifieke aspecten van de bijenteelt, de verscheidenheid van de betrokken partijen en de beginselen van evenredigheid en subsidiariteit; benadrukt de noodzaak om de verwoesting van bijenhabitats te beperken en in de steden en op het platteland meer natuurgebieden te behouden; benadrukt tevens dat de Commissie oog moet hebben voor de relevante sociaaleconomis
...[+++]che aspecten en voor het feit dat de bedrijfstak concurrerend moet blijven op de wereldmarkt;