3° les agents de gardiennage et les particuliers tireurs qui font usage du stand de tir sont tenus de remettre chaque année un certificat de bonnes conduite, vie et moeurs à l'exploitant, qui conserve l'exemplaire le plus récent, en garantit la confidentialité et le tient pour consultation à disposition des personnes visées à l'article 24 de la loi sur les armes et à l'article 16 de la loi sur le gardiennage; les condamnations visées à l'article 4, § 2, 1° ne peuvent y figurer;
3° de bewakingsagenten en de particuliere schutters die gebruik maken van de schietstand moeten de uitbater jaarlijks een getuigschrift van goed gedrag en zeden overhandigen, die het recentste exemplaar bewaart, waakt over zijn vertrouwelijkheid en het voor inzage ter beschikking houdt van de personen bedoeld in artikel 24 van de wapenwet en in artikel 16 van de bewakingswet; in dit getuigschrift mogen geen veroordelingen zijn vermeld zoals bedoeld in artikel 4, § 2, 1°;