Interrogée à titre préjudiciel sur cette potentielle discrimination, la Cour constitutionnelle a relevé une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiable, dans la mesure où le risque d'être condamné aux dépens constitue une restriction de l'accès à la justice tout aussi importante pour les membres du personnel statutaire de la fonction publique que pour les travailleurs salariés.
Na een prejudiciële vraag over mogelijke discriminatie, heeft het Grondwettelijk Hof besloten dat het hier gaat om een ongelijke behandeling die niet redelijk te verantwoorden is, aangezien het risico om te worden veroordeeld tot het betalen van de kosten een even grote beperking van de rechtstoegang inhoudt voor de leden van het statutair personeel van de openbare sector, als voor de werknemers.