Les alinéas 1 et 2 définissent et distinguent, d'une part, les rapports qui contiennent les renseignements recueillis au sujet de faits de nature à faire croire qu'une infraction a été commise ou est sur le point de se commettre, notamment dans le cadre de la recherche proactive, et, d'autre part, les constatations qui font l'objet de procès-verbaux.
Het eerste en het tweede lid omschrijven en verduidelijken enerzijds, de verslagen betreffende feiten die doen vermoeden dat een misdrijf is gepleegd of op het punt staat gepleegd te worden, in het bijzonder in het kader van de proactieve recherche, en anderzijds, de vaststellingen opgenomen in een proces-verbaal.