221. rappelle les recommandations émises à la suite de la visite de la délégation de sa commission du contrôle budgétaire en Haïti
en février 2012 et continuera d'insister sur le problème aigu de traçabilité et de responsabilité qui frappe les fonds de l'Union consacrés au développement en subordonnant, en particulier, l'aide budgétaire aux résultats obtenus, notamment en définissant des obligations et des devoirs clairs pour les administrations nationales afin de garantir une transparence, une traçabilité et une responsabilité satisfaisantes; réitère son appel à renforcer la lutte contre la corruption endémique; observe que l'aide hum
...[+++]anitaire devrait se fonder sur une stratégie de sortie et souligne que les fonds devraient, dans la mesure du possible, transiter par les institutions haïtiennes, dans le cadre de l'accord de Cotonou, afin d'assurer l'appropriation et de soutenir le renforcement des organes nationaux, notamment l'agence haïtienne des marchés publics, qui jouerait ainsi un rôle de filtre de contrôle; invite la Commission et le Service européen pour l'action extérieure (SEAE) à insister sur le principe de conditionnalité qui doit régir l'aide budgétaire sectorielle; 221. herinnert aan de aanbevelingen die opgesteld zijn na het bezoek van de delegatie van de Commissie begrotingscontrole van het Parleme
nt aan Haïti in februari 2012 en hamert met klem op het vaste beginsel van de traceerbaarheid en controleerbaarheid van ontwikkelingsgeld van de Unie, met name middels het aan elkaar koppelen van begrotingssteun en prestaties, in het bijzonder aan de hand van duidelijk gedefinieerde verplichtingen en taken op het niveau van de nationale administraties, teneinde te beschikken over waarborgen ten aanzien van transparantie, traceerbaarheid en verantwoording; herhaalt zijn oproep om de bestrijding van ende
...[+++]mische corruptie verder te intensiveren; is van oordeel dat humanitaire hulp moet stoelen op een exitstrategie en onderstreept dat financiële middelen ingezet moeten worden via de Haïtiaanse instellingen, binnen het kader van de Overeenkomst van Cotonou, om eigen inbreng te waarborgen en de versterking van de nationale organen te ondersteunen, met inbegrip van het Haïti Procurement Agency, dat als een controlefilter moet fungeren; vraagt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in het geval van de toekenning van sectorale begrotingssteun met klem te wijzen op de conditionaliteitsmatrix;