Avant la modification du Code pénal par la loi précitée du 10 février 1999, c'était l'existence d'un accord de volontés entre le corrupteur et le corrompu, dénommé "pacte de corruption", qui constituait l'infraction de corruption, tant de la part du corrompu (corruption passive) que de la part du corrupteur (corruption active).
Vóór de wijziging van het Strafwetboek bij de voormelde wet van 10 februari 1999 was het bestaan van een wilsovereenstemming tussen de omkoper en de omgekochte, het zogenaamde « corruptiepact », een constitutief bestanddeel van het misdrijf van omkoping, zowel voor de omgekochte (passieve omkoping) als voor de omkoper (actieve omkoping).