3. Les transporteurs aériens qui sont établis hors de la Communauté, qui opèrent en provenance, à destination ou à l'intérieur de celle-ci et qui n'appliquent pas les dispositions des articles 3 et 5 en informent clairement et expressément les voyageurs au moment de l'achat du billet dans les agences du transporteur, dans les agences de voyage ou aux comptoirs d'embarquement situés sur le territoire d'un État membre.
3. Buiten de Gemeenschap gevestigde luchtvervoerders die vluchten naar, vanuit of binnen de Gemeenschap uitvoeren en die het bepaalde in de artikelen 3 en 5 niet toepassen, stellen de passagiers bij de aankoop van hun vervoerbewijs bij de op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordigers van de luchtvervoerders, reisbureaus of vertrekbalies hiervan uitdrukkelijk en duidelijk in kennis.