§ 1. Au plus tard le vingt-quatrième jour qui précède celui du scrutin, le président du bureau principal de province adresse aux électeurs belges résidant à l'étranger et ayant choisi de voter par correspondance, via le Service public fédéral Affaires étrangères, une enveloppe électorale comprenant :
§ 1. Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór de dag van de verkiezing, stuurt de voorzitter van het provinciehoofdbureau, via de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, aan de in het buitenland verblijvende Belgische kiezers die ervoor gekozen hebben per briefwisseling te stemmen, een kiesomslag die het volgende omvat :