considérant que l'octroi de l'aide prévu à l'article 8 du règlement (CEE) no 2019/93, implique le dépôt de demandes d'aide par les producteurs intéressés; qu'il y a lieu de fixer une date limite pour le dépôt de ces demandes, de manière à permettre de procéder aux contrôles sur place nécessaires pour garantir la correcte application du régime d'aide; qu'il y a lieu de différencie
r cette date limite selon le but économique pour lequel la culture de la pomme de terre est pratiquée; que, compte tenu de la durée du cycle de culture de la pomme de terre, il convient aus
si de prévoir trois dates ...[+++] limites différentes pour le dépôt de demandes d'aide concernant ce type de culture; que, en vue de simplifier la gestion du régime d'aide, on peut admettre de retenir comme date pour le fait générateur la date limite fixée pour le dépôt de la demande d'aide;
Overwegende dat de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2019/93 bedoelde steuntoekenning meebrengt dat de betrokken telers daartoe een aanvraag indienen; dat voor indiening van de aan
vragen een uiterste datum dient te worden vastgesteld, zodat met het oog op de correcte toepassing van de steunregeling ter plaatse de nodige controles kunnen wo
rden verricht; dat deze uiterste datum moet verschillen naar
gelang van het economisch doel waarvoor de aardappelen worden geteel
...[+++]d; dat, gezien de duur van de teeltcyclus voor aardappelen, voor elk van de drie aardappeltypes dan ook een andere uiterste datum voor indiening van de steunaanvragen moet worden vastgesteld; dat, om het beheer van de steunregeling te vereenvoudigen, kan worden aanvaard dat de uiterste datum voor indiening van de steunaanvraag als datum van het ontstaansfeit wordt genomen;