7. Si le doute ou la préoccupation d'un État partie quant à un cas de non-respect éventuel de la Convention
n'a pas été dissipé dans les 60 jours suivant la présentation de la demande d'éclaircissements au Conseil exécutif, ou si cet État estime que ses doutes justifient un examen urgent, il a la faculté, sans nécessairement exercer son droit à une inspection par mise en demeure, de demander la convoc
ation d'une session extraordinaire de la Conférence, conformément au paragraphe 12, alinéa c, de l'article VIII. À cette session extrao
...[+++]rdinaire, la Conférence examine la question et peut recommander toute mesure qu'elle juge appropriée pour régler la situation.7. Indien de twijfel of bezorgdheid van een Staat die Partij is bij dit Verdrag over een mogelijke niet-naleving niet is weggenomen binnen 60 dagen na de indiening van het verzoek om opheldering bij de Uitvoerende Raad, of indien de Staat die Partij is bij dit Verdrag meent dat zijn twijfel dringend bestudering vereist, niettegenstaande zijn recht om te verzoeken om een uitdagingsinspectie, kan hij verzoeken om een bijzondere vergadering van de Conferentie overeenkomstig artikel VIII, twaalfde lid, letter c. Op een zodanige bijzondere vergadering bestudeert de Conferentie de aangelegenheid en kan zij de door haar passend geachte maatregel
en aanbevelen om de situatie op te los ...[+++]sen.