Moerman, E. Derycke et F. Daoût, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, après
en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 6 novembre 2014 en cause de Me Manuël Huygaerts en sa qualité de tuteur ad hoc du mineur d'âge E.W. contre M.D. et M.W., en présence de B.F.,
partie intervenante volontaire, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 novembre 2014, le Tribunal de première instance d'Anvers, division Turnhout, a posé la
...[+++] question préjudicielle suivante : « L'article 330, § 1 , alinéa 1 , du Code civil viole-t-il l'article 22 de la Constitution, éventuellement lu en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce que l'action en contestation de reconnaissance intentée par l'enfant lui-même n'est pas recevable si ce dernier a la possession d'état à l'égard de la personne qui l'a reconnu ?Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 november 2014 in zake Mr. Manuël Huygaerts in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc over de minderjarige E.W. tegen M.D. en M.W., met B.F. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 november 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, eventueel samengelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voo
r de recht ...[+++]en van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre de vordering tot betwisting van erkenning uitgaande van het kind zelf niet ontvankelijk is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner ?