56. Il appartiendra au juge de fixer, au regard des circonstances qui ont entouré l'acte de corruption ouvrant droit à réparation, la proportion dans laquelle l'indemnisation devra être réduite, ou même de décider que compte tenu du comportement fautif de la victime, aucune réparation ne doit lui être accordée.
56. Het is aan de rechter om, in het licht van de omstandigheden waarin de daad van corruptie werd gepleegd die het recht op schadevergoeding doet ontstaan, te bepalen in hoeverre de vergoeding moet worden beperkt, dan wel te beslissen dat, gelet op het foutief gedrag van het slachtoffer, hem geen schadevergoeding wordt toegekend.