Cet accord ne porte pas préjudice au droit de l'un de disposer, par testament ou par acte entre vifs, au profit de l'autre et ne peut en aucun cas priver le conjoint survivant du droit d'usufruit portant sur l'immeuble affecté au jour de l'ouverture de la succession du prémourant au logement principal de la famille et des meubles meublants qui le garnissent, aux conditions prévues à l'article 951bis, §§ 2 à 4».
Deze regeling doet geen afbreuk aan het recht van de ene, om bij testament of bij akte onder de levenden te beschikken ten gunste van de andere en kan in geen geval aan de langstlevende het recht van vruchtgebruik ontnemen van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de eerststervende het gezin tot voornaamste woning diende en van het daarin aanwezige huisraad, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 951bis, §§ 2 tot 4».