A. considérant que le traité de Lisbonne a introduit la possibilité pour le Parlement et l
e Conseil (ci-après dénommés collectivement «législateur») de déléguer une partie de leur propre pouvoir à la Commission dans un acte législatif (ci-après dénommé «acte de base»); considérant que la délégation est une opération délicate par laquelle la Commission est chargée d'exercer un pouvoir qui est int
rinsèque au rôle du législateur; considérant dès lors la nécessité d'assurer l'application correcte du traité afin de garantir un niveau su
...[+++]ffisant de légitimité démocratique pour les actes délégués également; considérant que le point de départ dans l'examen de la question de la délégation doit par conséquent toujours être la liberté du législateur; considérant que, selon une jurisprudence constante, l'adoption des règles essentielles de la matière envisagée est réservée à la compétence du législateur, raison pour laquelle l'adoption de dispositions nécessitant la prise de décisions politiques relevant de la responsabilité du législateur ne peut être déléguée; considérant que ce pouvoir délégué ne peut consister qu'à compléter ou modifier des éléments d'un acte législatif considérés comme étant non essentiels; considérant que les actes délégués adoptés ensuite par la Commission seront des actes non législatifs de portée générale; considérant que l'acte de base doit définir de façon explicite les objectifs, le contenu, la portée et la durée de cette délégation et fixer les conditions auxquelles la délégation est soumise; A. overwegende dat bij het Verdrag van Lissabon voor het Parlement en de Raad (tezamen „de we
tgever” genoemd) de mogelijkheid werd geschapen om in een wetgevingshandeling („de basishandeling”) een deel van hun eigen bevoegdheden aan de Commissie over te dragen; overwegende dat bevoegdheidsdelegatie een delicate zaak is, omdat de Commissie daarmee opdracht krijgt een bevoegdheid uit te oefenen die inherent is aan de rol van de wetgever; overwegende dat het Verdrag op de juiste wijze moet worden toegepast om ook voor gedelegeerde handelingen een toereikende mate van democratische legitimiteit te waarborgen; overwegende dat bij een anal
...[+++]yse van het thema delegatie de vrijheid van de wetgever altijd het uitgangspunt moet zijn; overwegende dat volgens vaste rechtspraak alleen de wetgever bevoegd is om voorschriften vast te stellen die van wezenlijk belang zijn voor de te regelen materie en dat derhalve de bevoegdheid om bepalingen vast te stellen die een beleidskeuze vereisen bij de wetgever ligt en niet gedelegeerd mag worden; overwegende dat een gedelegeerde bevoegdheid dus slechts betrekking kan hebben op aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling; overwegende dat door de Commissie vastgestelde gedelegeerde handelingen dus niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking zijn; overwegende dat in de basishandeling uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie moeten worden afgebakend en dat daarin tevens de voorwaarden voor de delegatie moeten worden vastgesteld;