Art. 3. Les membres du Conseil bénéficient d'indemnités de frais de déplacement, calculées soit, pour les déplacements en automobile, à concurrence des barèmes prévus pour les fonctionnaires de rang 10 par l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours, modifié par l'arrêté royal du 12 décembre 1984, soit, pour les déplacements en train, à concurrence du coût du trajet en train en 1re classe.
Art. 3. De leden van de Raad ontvangen vergoedingen voor reiskosten, berekend hetzij voor de verplaatsingen met de wagen, ten belope van de tarieven bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1984 voor de ambtenaren van rang 10, hetzij voor de verplaatsingen met de trein, ten belope van de reiskosten met de trein in 1e klasse.