6. note que les événements se déroulant en Afrique du Nord et au Moyen-Orient ont démontré les limites d'une focalisation sur la sécurité - en particulie
r la lutte contre l'immigration clandestine - et la stabilité, qui n'a pas réussi à diminuer la pauvreté et l'injustice sociale; souligne qu'il est absurde d'opposer les notions de sécurité et de démocratie puisqu'il ne peut y avoir de sécurité dans une société sans gouvernement démocratique et responsable; estime que si un développement économique a été enregistré, les bénéfic
es n'en ont pas été justement répartis; ...[+++] considère par conséquent que la question de la justice sociale et de la lutte contre les inégalités doit devenir un objectif essentiel de la politique extérieure de l'Union, puisqu'elle constitue un élément indispensable à la construction d'une société pacifique, prospère et démocratique; 6. merkt op dat de gebeurtenissen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten hebben aangetoond dat een uitsluitend op veiligheid – in het bijzonder de bestr
ijding van illegale migratie – en stabiliteit gerichte aanpak, die de armoede en sociale onrechtvaa
rdigheid niet heeft doen afnemen, niet toereikend is; benadrukt dat „veiligheid of democratie” een vals dilemma is omdat in een samenleving geen veiligheid kan bestaan zonder democratisch en verantwoordelijk gezag; is van mening dat in de landen waar de economie zich heeft ontwikkeld, de
...[+++]opbrengsten hiervan niet eerlijk over de bevolking zijn verdeeld; meent dan ook dat sociale gerechtigheid en bestrijding van ongelijkheid wezenlijke doelstellingen moeten worden van het externe beleid van de Unie, omdat deze een onontbeerlijke factor vormen in de opbouw van een vreedzame, welvarende en democratische samenleving;