Il convient en effet d'utiliser une numérotation en utilisant les subdivisions 1º, 2º, 3º, etc., elles-mêmes éventuellement subdivisées en a), b), c), etc. À défaut, l'identification des subdivisions de l'énumération est rendue difficile et le risque d'erreurs de références et de modifications est augmenté (73) .
Er behoort namelijk gewerkt te worden met de onderverdelingen « 1º », « 2º », « 3º » enz. die op hun beurt eventueel kunnen worden onderverdeeld in « a) », « b) », « c) », enz. Als er geen nummering wordt gebruikt, wordt de identificatie van de onderdelen van de opsomming bemoeilijkt en verhoogt dit het risico op vergissingen bij verwijzingen of wijzigingen (73) .