Selon la jurisprudence de la Cour de justice, les articles du traité visant à conférer à la Communauté puis à l'Union une compétence spécifique en matière d'environnement (article 130R CE devenu 174 CE) "laissent entières les compétences que l'Union détient en vertu d'autres dispositions du traité, même si les mesures à prendre au titre de ces dernières poursuivent en même temps l'un des objectifs de protection de l'environnement" (République hellénique c/ Conseil, 23 mars 1990, point 19, et, tout récemment, arrêt du 19 septembre 2002, République autrichienne c/ Marter Huber, point 33).
Volgens de jurisprudentie van het Hof laten de artikelen van het Verdrag die beogen de Gemeenschap bevoegdheid te verlenen voor een specifiek optreden op milieugebied (artikel 130R, thans artikel 174 EGV) "de bevoegdheden die de Gemeenschap aan andere verdragsbepalingen ontleent evenwel onaangetast, ook indien de krachtens laatstbedoelde bepalingen te treffen maatregelen tegelijkertijd op een van de doeleinden van milieubescherming zijn gericht" (Heleense Republiek tegen Raad, 23 maart 1990, punt 19, en heel recent nog het arrest van 19 september 2002, Republiek Oostenrijk tegen Martin Huber, punt 33).