Art. 55. Pour tous les actes autres que ceux pour lesquels le conseil d'administration a donné mandat au secrétaire général, il suffit, pour que le fonds soit valablement représenté envers les tiers, d'apposer les signatures conjointes du président et du vice-président, sans que ces administrateurs doivent justifier envers les tiers d'une délibération ou d'une autorisation.
Art. 55. Voor alle andere handelingen dan die waarvoor de raad van bestuur de algemeen secretaris een mandaat heeft verleend, volstaat het opdat het fonds tegenover derden rechtsgeldig vertegenwoordigd zou zijn, de gezamenlijke handtekeningen aan te brengen van de voorzitter en van de ondervoorzitter, zonder dat deze bestuurders tegenover derden een beslissing of een machtiging dienen aan te tonen.