Cependant, tout en expliquant la nécessité de "garantir que les informations environnementales sont diffusées aussi largement que possible auprès du public", le rapport referme à moitié la porte qu’il vient d’entrouvrir en assurant que "les États membres peuvent rejeter une demande d’information environnementale dans certains cas", c’est-à-dire chaque fois qu’ils le jugent bon.
In het verslag wordt uitgelegd dat het noodzakelijk is “ervoor te zorgen dat milieu-informatie zo breed mogelijk voor het publiek toegankelijk wordt gemaakt”. De deur die hiermee op een kier werd gezet, wordt echter weer gedeeltelijk gesloten met de verklaring dat “de lidstaten op bepaalde gronden een verzoek om milieu-informatie kunnen afwijzen”, oftewel iedere keer dat zij dit wenselijk achten.