3. conteste avec vigueur la position adoptée par ces mêmes dirigeants européens, qui demandent que la libre circulation des citoyens soit modifiée et restreinte; souligne que la limitation des droits d'un groupe donné de citoyens exclut et stigmatise ce groupe, est perçue comme un traitement inéquitable par l'Union, risque d'exposer ce groupe à des attaques perpétrées par des forces xénophobes et donne lieu à des répercussions plus générales en matière de montée du racisme et de la xénophobie dans tous les États membres;
3. stelt zich krachtig te weer tegen de houding waarmee bedoelde Europese regeringsleiders aandringen op veranderingen en beperkingen op de verkeersvrijheid van burgers; onderstreept dat inperking van de rechten van een bepaalde groep burgers zo'n groep uitsluit en afzondert, als oneerlijke behandeling door de EU wordt ervaren, zo'n groep dreigt uit te leveren aan aanvallen van xenofobische elementen, en in alle lidstaten nog verder doorwerkt in de opkomst van racisme en xenofobie;