3. Les compétences conférées à l’autorité investie du pouvoir de nomination et à l’autorité habilitée à conclure les contrats d’engagement, en vertu du statut et du RAA, sont exercées par Europol à l’égard de son personnel et de son directeur, conformément aux dispositions de l’article 37, paragraphe 13, et de l’article 38, paragraphe 4, point c), de la présente décision.
3. Europol oefent overeenkomstig artikel 37, lid 13, en artikel 38, lid 4, onder c), van dit besluit ten aanzien van zijn personeelsleden en zijn directeur de bevoegdheden uit die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag.