Il est patent que le juge a estimé, à tort, que le déroulement de l'élection mettait fin ipso facto au mandat de député européen de M. Marchiani, alors que, en vertu de l'article 5, paragraphes 1 et 3, de l'Acte portant élection des représentants au Parlement européen au suffrage universel direct, du 20 septembre 1976, ce mandat expirait à la veille de l'ouverture de la nouvelle législature, c'est-à-dire le 19 juillet 2004 à minuit.
Het spreekt voor zich dat de rechter verkeerdelijk heeft geoordeeld dat het mandaat van de heer Marchiani als lid van het Europees Parlement was geëindigd met de verkiezing voor het nieuwe parlement. Krachtens artikel 5, de leden 1 en 3, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen eindigt het mandaat echter de dag voor de opening van de nieuwe zittingsperiode, d.w.z. op 19 juli 2004 om middernacht.