4.2.2. La question se pose de savoir si, dans la mesure où les dispositions de l'arrêté en projet concernent des produits qui figurent sur les listes de stupéfiants et préparations annexées à la convention de 1961 et où elles prévoient des mesures plus strictes à l'égard de ces produits et préparations que celles prévues dans cette convention, il ne faut pas également prévoir un fondement juridique exprès, tel que celui que le législateur a instauré en ce qui concerne la convention de 1971 (12).
4.2.2. De vraag rijst of voor de bepalingen van het ontworpen besluit in zoverre die betrekking hebben op middelen die voorkomen op de lijsten van verdovende middelen en preparaten gevoegd bij het verdrag van 1961 en die strengere maatregelen inhouden ten aanzien van deze middelen en preparaten dan de maatregelen vervat in dat verdrag, ook een uitdrukkelijke rechtsgrond vereist is, zoals die door de wetgever is ingevoerd wat betreft het verdrag van 1971 (12).