Les exploitations de contact font l'objet des mesures prévues à l'article 4, paragraphe 3, et à l'article 5, ces mesures n'étant levées que lorsque la présence suspectée du virus de la fièvre aphteuse dans ces exploitations de contact est officiellement infirmée conformément à la définition donnée à l'annexe I et aux exigences en matière d'enquête prévues à l'annexe III, point 2.1.1.1.
Op contactbedrijven zijn de in artikel 4, paragraaf 3, en artikel 5 vastgestelde maatregelen van toepassing, en die maatregelen worden pas opgeheven wanneer het vermoeden van de aanwezigheid van mond- en klauwzeervirus op het contactbedrijf officieel is weerlegd overeenkomstig de definitie in bijlage I en de in bijlage III, punt 2.1.1.1., vastgestelde voorschriften met betrekking tot het onderzoek.