3. constate le lien entre la constitution de bandes de passeurs et la mise en place des barrières à l'immigration et demande aux États membres, au lieu de développer des barrières à l'immigration, de mettre en place une véritable politique d'immigration, qui réponde aussi à la demande de l'économie des États membres, qui, eux, doivent reconnaître leurs besoins;
3. stelt vast dat er een verband is tussen het ontstaan van mensensmokkelaarsbendes en het opwerpen van belemmeringen voor immigratie en verzoekt de lidstaten om, in plaats van nog meer belemmeringen op te werpen voor immigratie, een echt immigratiebeleid vast te stellen dat ook voorziet in de behoeften van de lidstaten, die deze behoeften ook moeten erkennen;