Art. 8. Lorsqu'un ouvrier ou une ouvrière, dont le salaire horaire effectivement payé, est inférieur au taux horaire du revenu minimum mensuel moyen garanti, bénéficie d'une forme de revenu de remplacement prévue par la loi (allocation de chômage, indemnité de maladie, indemnité de congé pré- ou postnatal, indemnité en cas d'accident du travail, indemnité en cas de maladie professionnelle), l'employeur mentionne comme salaire horaire de l'intéressé le taux horaire du revenu minimum mensuel garanti en vigueur à ce moment-là.
Art. 8. Wanneer een werkman of werkster van wie het werkelijk uitbetaalde uurloon lager ligt dan het uurloonbedrag van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen, verwezen wordt naar een bij de wet voorziene vorm van vervangingsinkomen (werkloosheidsvergoeding, ziektevergoeding, vergoeding voor pre- of postnataal verlof, arbeidsongevallenvergoeding, beroepsziektevergoeding), vermeldt de werkgever als uurloon van de betrokkene het uurloonniveau van het op dat ogenblik van kracht zijnde gewaarborgd minimum maandinkomen.