Dans une première branche, l'article 21, § 1, alinéa 2, seconde phrase (ajoutée par l'article 3 de la loi attaquée), de la loi du 18 juillet 1991 est critiqué en ce qu'il instaure une discrimination entre les juges suppléants nommés avant le 1 octobre 1993 et les autres candidats aux fonctions judiciaires en cause, la nomination des seuls premiers étant désormais soumise à un avis favorable et unanime du comité d'avis.
In een eerste onderdeel wordt kritiek geleverd op artikel 21, § 1, tweede lid, tweede zin (toegevoegd bij artikel 3 van de aangevochten wet), van de wet van 18 juli 1991 doordat het een discriminatie instelt tussen de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd en de andere kandidaten voor de betrokken gerechtelijke ambten, vermits de benoeming van alleen de eerstgenoemden voortaan onderworpen is aan een unaniem gunstig advies van het adviescomité.